Indrukwekkend, treurig en gastvrij
Zaterdag 12 maart 2011 @ 11:40
Ondanks de rollende ankerplek toch besloten een dagje te blijven en Montserrat te gaan bekijken. Bij het hek van de haven werden we meteen al aangesproken door George Christian een hele aardige man, die ons wel rond wilde rijden. Een leuk prijsje afgesproken en daar gingen we. George vertelde honderduit, over wat we onderweg allemaal tegenkwamen (van Tina’s restaurant tot de grootste hardware store en de belangrijkste makelaar) en over zichzelf. Het was erg leuk en zeer informatief. Montserrat is heel lang Brits gebleven en ik weet niet precies hoe het nu zit, maar ze krijgen nog wel geld van Engeland en alle inwoners hebben een Brits paspoort. Het eiland doet ook erg Engels aan, heel netjes, straatnaamborden op elke hoek en men is zeer beleefd.
De dorpsnamen zijn af en toe hilarisch! Cudjoe Head is er zo een. Deze naam is ontstaan omdat twee broers ruzie hadden en de ene bij de andere zijn hoofd af hakte… Cudjoe Head. En dan is er nog een Runaway Ghaut, wat zo heet omdat daar twee militairen zijn gevlucht. Heel grappig!
Wat minder grappig is en erg imposant is de stroom van as en ander los materiaal wat uit de vulkaan komt. In 1995 is de grootste uitbarsting geweest, geen doden, iedereen was geëvacueerd. Door een grote aswolk is de hoofdstad, Plymouth, toen ook verdwenen, onder het as. In 1997 is er weer een uitbarsting geweest, deze heeft aan 19 mensen het leven gekost. De laatste en recente uitbarsting was vorig jaar februari. Waar ze ook veel last van hebben, tijdens regenvallen komen de resten van de vulkaan naar beneden. Wij zijn in een rivierbedding geweest waar zo’n 15 meter hoog de keien, zand en stenen liggen. We liepen daar over het dak van een huis. De rest van het huis was bedolven! Zo bizar!
Vanaf Gibraldi Hill keek je uit over Plymouth, de voormalige hoofdstad met kleurige gebouwen en veel bedrijvigheid. Er konden 3 ferryschepen tegelijk aankomen, in de jaren voor de orkaan en de vulkaanuitbarsting kwamen er jaarlijks 30.000 toeristen naar het eiland. Dat is allemaal weg en dus over. De mooie stad is weg, de mooiste toeristische trekpleisters zijn weg of je mag er niet komen omdat het te dicht bij de vulkaan ligt. Treurig was het woord wat wij veel hebben gebruikt.
Om Montserrat ook te proeven hebben we als lunch het lokale gerecht genomen, Goat-Water. Het klinkt echt super vreselijk, maar het is eigenlijk gewoon ‘geitensoep’. Niet dat dat nu zo lekker klinkt, maar het smaakt prima. Het is gewoon soep, met geitenvlees. Smaakt een beetje naar ossenstaart soep, dat vinden we ook lekker maar klinkt ook vies als je er over na denkt.
Heel veel inwoners zijn na de uitbarstingen in ’95 en ’97 vertrokken naar Engeland. De rest heeft zich in het noorden van het eiland gevestigd. Daar zijn ze nu druk doende om het plaatsje Little Bay uit te breiden tot nieuwe hoofdstad. Het is een schitterend eiland!! Echt mooie natuur, netjes en de mensen zijn er ontzettend vriendelijk! Ik kreeg een knuffel van George toen hij ons aan het einde van de dag weer afzette. We hebben bijzondere gesprekken gehad met de vele locals en buitenlanders die gevestigd zijn op het eiland. Het is jammer dat ze het niet voor elkaar krijgen meer toeristen naar het eiland te trekken. De ferry vanaf Antigua was in reparatie, dus nu kwam er helemaal bijna niemand. Ik hoop dat het eiland het redt. We hebben twee nachten slecht geslapen vanwege de rollende ankerplek, maar de dag op het eiland en de hartelijke inwoners, hebben dat meer dan gecompenseerd!